bio

Wie ben ik?

Ik ben in 1968 geboren in de Brusselse Marollen.

Met een diploma journalistiek en communicatie van de Université libre de Bruxelles op zak, heb ik eerst als journalist gewerkt alvorens ik aan een politieke carrière begon. Mijn lidmaatschap van de PS gaat terug tot 1985, in het kielzog van de S.O.S. racisme-campagnes " Touche pas à mon pote ".

Op lokaal niveau werd ik in 2000 voor het eerst verkozen in de gemeenteraad vanEtterbeek , waar ik voorzitter werd van de PS-fractie. In 2010 heb ik het College vervoegd als schepen bevoegd voor begroting, cultuur, sociale cohesie en lokale bibliotheken. Ik werd herverkozen na de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2012.

Van 2004 tot 2009 was ik lid van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, waar ik heb gestreden voor meer diversiteit binnen de overheid: in 2008 heb ik een wet opgesteld en goedgekeurd die de antidiscriminatiewetgeving uitbreidt. Dankzij deze wet kan er bij aanwervingen bij de overheid nu voorrang worden gegeven aan een percentage werkzoekenden uit de wijken van ons gewest waar de werkloosheidsgraad het zwaarst is.

In 2010 werd ik lid van het federale parlement en in 2011 werd ik verkozen tot ondervoorzitter van de Brusselse Federatie van de PS - twee functies die ik bekleedde tot ik op 7 december 2012 staatssecretaris van Openbare Netheid en Stedenbouw van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werd, en minister van Beroepsopleiding, Sociale Actie, Cultuur, Sport, Internationale Betrekkingen en Schoolvervoer bij de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof).

Tijdens dit mandaat kreeg ik belangrijke dossiers te verwerken, waarin ik gelukkig vooruitgang kon boeken.

Zo kon ik het onderdeel "netheid" van de zesde staatshervorming, dat de Brusselse bevolking een betere openbare netheid kon bieden, en de medewerkers van Net Brussel aan het werk houdt, tot een goed einde brengen. Het actieprogramma voor afvalinzameling en -sortering dat ik door de regering liet goedkeuren, bestaat uit verschillende zeer concrete maatregelen om de netheid in het Brussels Gewest te verbeteren. Op het gebied van de beroepsopleiding heb ik de eerste Brussels competentiepolen gelanceerd, waardoor de werkgelegenheid van de Brusselaars in de industriële sector toeneemt, wat tegelijkertijd tegemoetkomt aan de behoeften van de bedrijven. Ik denk ook aan het Cultuurplan voor Brussel, dat nu een langetermijnvisie op het cultuurbeleid van Brussel biedt en de verschillende bevoegde entiteiten samenbrengt, of het Sportkadaster, waarmee Brussel nu over een volledige en objectieve inventarisatie beschikt van de manier waarop sport er wordt beoefend - een waardevol instrument voor de ontwikkeling van een echt regionaal sportbeleid.

Na de verkiezingen van mei 2014 ben ik lid geworden van de regering van de Federatie Wallonië-Brussel, waar ik minister werd van Jeugdhulp, Justitiehuizen, de Promotie van Brussel en de voogdij kreeg over de Franse Gemeenschapscommissie.

In april 2016 werd ik ook bevoegd voor Sport.

In december 2018, na het vertrek van minister Isabelle Simonis die burgemeester werd van Flémalle, erfde ik bovendien de bevoegdheid "Jeugd" over.

Tijdens deze regeerperiode heb belangrijke dossiers kunnen afronden, zoals de goedkeuring van een nieuwe wetgeving inzake preventie, jeugdbijstand en jeugdbescherming, die de hele sector van de jeugdbijstand heeft hervormd. Ik heb ook een ongeziene herfinanciering voor de sector verkregen (meer dan 40 miljoen euro extra). Ook heb ik de toegang tot sport voor iedereen kunnen verbeteren en disciplines die nog niet waren erkend, zoals thaiboksen of padel, kunnen laten erkennen. Ik heb tevens een verbod ingesteld op de opleidingstoelagen die van jongeren en gezinnen worden geëist waneer ze de vrijheid te baat namen om van club te veranderen.

Omdat ik bevoegd was voor de justitiehuizen, heb ik me ingezet voor een betere bijstand aan personen die worden berecht, met name slachtofferhulp, en voor een betere reïntegratie van gedetineerden. Om gewelddadige radicalisering en terrorisme te voorkomen werden er belangrijke middelen ingezet om een zorgstructuur te creëren, met name het CAPREV (Centre d’Aide et de Prise en charge de toute personne concernée par les Extrémismes et Radicalismes Violents).

Na de gewestverkiezingen van 26 mei 2019 werd ik verkozen tot lid van het Brussels parlement. Het was toen een grote eer om te worden benoemd tot voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, een functie die ik op 18 juli 2019 opnam.

NL