Crisismanagement rond het coronavirus: het Brussels Parlement richt een bijzondere commissie op

Op maandag 6 juli hebben de commissie voor de Financiën en de Algemene Zaken van het Brussels Parlement en de commissie voor de Algemene Zaken van de gemeenschappelijke gemeenschapscommissie (GGC) gezamenlijk de verschillende teksten onderzocht waarin werd aangedrongen op de oprichting van een commissie die zich moet buigen over het beheer van de gezondheidscrisis door de gewestregering en het college van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie (GGC).

Hoewel alle partijen het erover eens waren dat deze taak aan een commissie moet worden toevertrouwd, moest nog worden beslist welke vorm deze moet aannemen en wat de reikwijdte van de te onderzoeken kwesties moet zijn.

Uiteindelijk werd de motie van de meerderheidspartijen (PS, Ecolo, DéFI, Groen, Open Vld en one.brussels-sp.a) aangenomen.

In deze tekst wordt gepleit voor de oprichting van een bijzondere commissie, gezamenlijk met het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Verenigde Vergadering van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, die tot taak heeft lessen te trekken uit de pandemie, in alle facetten die onder hun bevoegdheid vallen, d.w.z. op het gebied van gezondheid, economie en sociale zaken, maar ook op het vlak van organisatie en coördinatie.

Het uiteindelijke doel van de bijzondere commissie zal zijn om aanbevelingen te formuleren om de paraatheid en de respons van de Brusselse instellingen te verbeteren in het geval zich een nieuwe gezondheidscrisis zou voordoen.

De commissie zal worden voorgezeten door parlementsvoorzitter Rachid Madrane. 

De oprichting van de bijzondere commissie moet nu door alle parlementsleden worden goedgekeurd tijdens de plenaire vergadering van 17 juli. Bij deze gelegenheid zullen ook de leden van de bijzondere commissie worden benoemd.

Het Uitgebreid Bureau van het Brussels Parlement zal daarna de datum voor het begin van de werkzaamheden vaststellen. De bijzondere commissie moet haar verslag binnen drie maanden na de oprichting ervan indienen.

NL